Maar nu is het hek van de dam. Zo langzamerhand sluipen te pas en te onpas steeds meer Engelse woorden en zinsconstructies ons Nederlands sprekende gezin binnen. Het begon met het omschakelen na school. Als ik Maaren en Lasse ophaalde van school en ze onderweg naar huis vertelden wat ze hadden meegemaakt die dag, waren hun zinnen doorspekt met Engels. Eenmaal thuis werd het beter. Ik kon me er wel wat bij voorstellen, ik heb zelf al af en toe moeite met het geschakel als ik maar even met iemand in het Engels heb staan kletsen. Ook sommige onderwerpen blijken zich moeilijk te lenen voor een puur Nederlands verhaal. Minecraft en CrossFit (twee zeer populaire onderwerpen hier) hebben nu eenmaal een uitgebreid Engels vocabulair wat niet zo 1-2-3 in het Nederlands te vertalen is.
In een poging het Nederlands toch hoog in het vaandel te houden, begon ik te verbeteren. Bij Maaren's logopedie had ik eens geleerd om de foute zin te herhalen, maar dan goed. Dus als Maaren vertelt 'En toen loopten we weer terug naar de klas', herhaal ik braaf 'oh, liepen jullie toen weer terug naar de klas?' Dat is ondertussen echter onbegonnen werk, een papegaai is er niks bij. Ik kan het gewoon niet bijhouden met herhalen. Bovendien is het behoorlijk irritant als je iets aan je moeder probeert uit te leggen en dan zit ze je de hele tijd na te praten. Het heeft me al menig vernietigende blik opgeleverd. En om ze nou te ontmoedigen om iets te vertellen...dat is toch ook zonde.
Dus heb ik de Nederlandse les, die we hier volgen via internet, maar weer eens extra onder de aandacht gebracht. De les had het onderspit moeten delven voor het gewone huiswerk, sporten en buiten spelen. Nu zijn we er met frisse tegenzin weer aan begonnen, 's morgens vóór school, in de hoop dat dat beter werkt. Het idee is geweldig, de kinderen zitten via internet in een echte klas en worden ondersteund door een echte juf. Ze moeten iedere week een taak maken en inleveren. In de taken wordt ook de theorie behandeld en de juf geeft commentaar op het ingeleverde werk. Zover de theorie...in de praktijk komt het erop neer dat ze zo snel mogelijk de opdrachten proberen af te raffelen. Uitleg lezen, het gemaakte werk nog eens overkijken (lees eens wat er staat...moperen of mopperen) of extra uitleg van de juf lezen, is echt teveel gevraagd. Bovendien vliegen de taken ons om de oren, we lopen er iedere keer weer een stuk of drie achter. Die slaan we dan maar weer over. Ik weet in ieder geval zeker dat het goed is dat ik nooit juf ben geworden, niet mijn roeping.
Jari ziet het helemaal niet meer zitten, die weigert gewoon. Hij vindt de beste oplossing dat iedereen Engels gaat spreken. Zijn Nederlands is doorgaans best ok, behalve als het over CrossFit gaat natuurlijk. Ook de termen in science en wiskunde zijn voor hem onbekend in het Nederlands. Vandaag moest ik toch even lachen. We hadden het over het avondeten, macaroni met gerookte zalm. 'Kunnen we niet iets anders eten? Dat heeft een vieze kots-texture', was zijn commentaar.
Iven maakt zijn Nederlands onder Academic Support, een vrij lesuur op school. Hij worstelt zich braaf door de taken heen, maar is totaal niet geïnteresseerd om er ook wat van te leren. Toen ik hem pas vroeg waarom hij een 4,6 op een toets had gescoord, haalde hij zijn schouders op. Iven houdt van het Amerikaans, hij vindt het veel stoerder dan Nederlands, hij gaat er zelfs stoerder van praten. Grappig om te zien.
Lasse worstelt met Nederlands. Hij leert lezen en schrijven in het Engels. En dan zijn al die ei, ie, oe, eu en een otjes en atjes au erg lastig. Als we samen Nederlands lezen, moet ik hem er steeds aan herinneren dat we Nederlands lezen en geen Engels. Geen 'diet' lezen dus, als er 'deed' staat. Als Lasse over zijn zelfgeknutselde aquarium van school vertelt, praten de vissen erin Engels. 'En mam, dit is een bone, je weet wel, van een dino'. Je moet oppassen dat je door wespen niet gestingt wordt en je moet je hand voor je mond houden als je moet sniezen.
Maaren maakt het ook af en toe bont. Spring heeft ook een downside, wist hij vandaag te vertellen. Soms kan hij niet meer op een woord komen. Zo vroeg hij pas 'Mam, hoe heet dat ook alweer, een meisjesoom?' Kijkend naar mijn verbaasde blik, verduidelijkte hij zich: 'Je weet wel, een oom, maar dan een meisje.' 'Oh, je bedoelt een tante!' 'Ja!' Tevreden huppelde hij weg. Weer wat geleerd!