vrijdag 29 november 2013

Groot

Afgelopen maandag is Jari voor 2 weken op kamp vertrokken naar Chiang Mai, Thailand. Eén Adventure week (lopen, kamperen en raften) en een Internationale school week (met veel onderzoek en cultuur. 'Ik moet ook gewoon naar school, hoor mam'). Natuurlijk had hij er ontzettend veel zin in, maar de voorbereiding verliep wat strubbelig.

Het begon er al mee dat hij de week van tevoren ziek was met hoge koorts. Hij was in goed gezelschap van Maaren en Iven, alle drie de banken in de woonkamer waren bezet. Goh, wat waren wij blij dat de koorts op vrijdag eindelijk begon te zakken, ik heb een vreugdedansje gedaan door de kamer.

Nu krijg je van school al weken voor de trip een paklijst toegemaild. Hierop staat dan een hele waslijst met spullen die in ons huis-, tuin- en keukenhuishouden niet aanwezig zijn. Met toelichtende plaatjes en al. Kijk, sokken en onderbroeken lukt nog wel, maar sneldrogende shirts, zonnebril met strap, en dunne slaapzak (aaah, die liggen nog in Nederland) wordt al moeilijker.



We hadden een aantal weken eerder in de herfstvakantie (toen de andere broertjes wel gewoon naar school moesten) al z'n best gewinkeld. En Jari en winkelen gaan niet zo goed samen. Winkel 1 gaat nog, winkel 2 wordt al moeilijk en voor we winkel 3 ingaan moet er écht geluncht worden. Binnen de korste keren hadden we dan ook 2 afritsbroeken, wandelsokken en sneldrogende T-shirts gekocht (nee Jari, die broek moet je echt even passen, die kunnen we zo niet inladen. Weet je zeker dat je geen andere kleur wilt? Nu heb je twee bruine, da's zo saai. Eén blik van Jari en ik stuur hem gauw met 2 bruine broeken het hokje in, don't push your luck). Met de al verzamelde spullen van vorige schooltrips (waterschoenen, lunchbox, hoed met rand, tegen tropische buien bestendige regenjas etc) dachten we tot groot genoegen van Jari wel klaar te zijn...

Dus begonnen we zondag gezellig samen spullen te verzamelen. Twee weken kamp betekende in dit geval twee lijsten, twee tassen en dus twee keer inpakken.
'Kan dat niet vanmiddag, mam?'
'Nee Jari, ik wil nu zeker weten dat we alles hebben.'
Diepe zucht, naar boven sjokkende zoon.
'Ik pak beneden vast de zwembroeken, kom er zo aan. Begin maar vast boven.' Waar is verdorie nou toch z'n zwemshirt. Al gravend in de alsmaar groeiende stapel zwemkleding van de hele familie kwam ik vanalles tegen, maar niet Jari's zwemshirt.
Naar boven sjokkende moeder.
'Jari, waar is je zwemshirt? En het is misschien handig als je eerst je bed opmaakt voordat je er al je spullen oplegt.'
Schouderophalende zoon...

Dat zwemshirt was dus punt 1 op ons boodschappenlijstje van die middag...

'Mam, ik moet drie korte broeken meenemen en ik wil graag die meenemen die ik gisteren en eergisteren aan had. Waar zijn die?'
Verbaasde moeder.
'In de was natuurlijk!'
'Oh.'
'Het is niet zo handig als je vlak van tevoren kleren aan doet die je mee wilt nemen.'
'Oh.'
Kimmo steekt z'n hoofd om de deur:
'Jari, hoe is de laundry service van je tent op Adventure week? Als ik veel moet reizen neem ik ook altijd vieze overhemden mee en gooi die dan in de laundry service van het hotel.'
Grinnikende zoon, zuchtende moeder.
'Ik ga beneden de was wel aanzetten.'
Dan neem ik ook de rugzak vast mee naar boven, dacht ik. Shit, die stinkt! Aan de slag met sopje en binnenste buiten in de zon. Onbegonnen werk.

Punt 2 op het boodschappenlijstje, een nieuwe weekendtas of rugzak.

'Jari, welke schoenen neem je mee?'
'Gewoon, m'n schoolschoenen. Ja, de zool zit wel een beetje los, maar dat geeft niet.'
'Eeehhh, hoeveel los? Het is wel handig als je voeten droog blijven en dat je zeker weet dat de zool aan je schoen blijft zitten'
'Mm, tot halverwege los, maar dat maakt niet uit.'
'Ja, dat maakt dus wel uit! In de jungle zijn niet zoveel schoenenwinkels.'
Verwarde blik, in de jungle niet, maar hier helaas wel.
'Dan pak je trimschoenen maar.'
'Mja, die zijn misschien een beetje klein.'
'Doe ze maar eens aan.'
Ja, een beetje klein, een maat of 2.

Punt 3 en 4 op het boodschappenlijstje voor die middag, nieuwe school- en trimschoenen. Dus vertrok ik met mijn onwillige puberzoon op zondagmiddag wederom naar het winkelcentrum....



Prachtig vond ik dat, zo samen zijn kamp voorbereiden. Ik kon er wel om lachen en Jari ook. De hele dag zijn we samen bezig geweest. Toen ik hem maandagochtend (nou ja, half vier 's nachts, maar ochtend klinkt beter) wegbracht naar school en aankondigde dat ik nog wel even bleef om hem uit te zwaaien, was de reactie: ' Mam, dan sta je wel alleen, want ik blijf niet bij jou staan hoor!'

Tja, kleine jongens worden groot. Én jonge moeders worden oud(er). Waardoor ze ervan kunnen genieten dat ze af en toe nog zo nodig zijn en soms ook helemaal niet. Dat ze ondanks dat ze minstens drie keer per dag denken -hoe zou het nou met Jari zijn?- hun zoon ook los kunnen laten. Omdat ze vertrouwen hebben in hun kind, dat ze weten dat het goed komt. Ik ben ongelofelijk trots op mijn puberzoon, die gewoon zichzelf blijft onder alle omstandigheden, basisschool of middelbare school, Engels of Nederlands, thuis in Deurne of bij zijn internationale klasgenoten...

vrijdag 1 november 2013

Diep geraakt

Soms heb je van die momenten dat je denkt, wat doe ik hier eigenlijk? Zo'n moment en dan keer factor 100 had ik afgelopen vakantie in Maleisië...



We hadden bedacht om in de herfstvakantie (ondanks dat het hier geen herfst is) zelf met de eigen auto naar Maleisië te rijden en daar een dag of 6 rond te kijken. Het zou namelijk wel heel dom zijn om jaren in Singapore gewoond te hebben en niet even bij de buren hebben gekeken. Zeker als je buren Maleisië zijn. Ik had thuis een mooi programmatje in elkaar gedraaid: eerst 2 nachten relaxen op het strand op pulau Pangkor, dan 1 nachtje afkoelen op de theeplantages in the Cameron Highlands en tot slot 2 nachten varen en wandelen in de jungle van de Taman Negara. Enige nadeel was dat we een uur of 8 op de eerste dag moesten rijden en ook op de laatste dag weer een uur of 8 terug naar Singapore, maar vooruit.




Na een lange reis arriveerden we op pulau (eiland in het Malay) Pangkor. Na even gezwommen te hebben zaten we allemaal in de kamer klaar om te gaan eten. Toen gebeurde het: Lasse liep zo dwars door een glazen schuifdeur heen! Deur helemaal kapot. Hij had compleet gemist dat de deur dicht was (terwijl het glas toch getint was). Een eerste snelle inventarisatie leerde dat er een flinke snee in z'n voorhoofd zat. Een tweede inventarisatie liet zien dat de snee in z'n bovenlip nóg dieper was. Dat was ook zo'n beetje het moment dat mijn hersenen stopten met logisch denken. Het enige wat boven kwam drijven was, ok, mijn kind heeft twee diepe sneeën en heeft een goede dokter nodig en ik sta op een eiland in Maleisië...

Gelukkig bleven Kimmo's hersenen beter doordraaien en waren de mensen op het resort behulpzaam. Binnen een minuut of 15 zaten we in een auto op weg naar het "hospital", waarvan we ondertussen ook begrepen hadden dat het óp het eiland was. Jari, Iven en Maaren lieten we op het resort achter, veilig, dat wel. Lasse had tot nu toe heel hard gehuild en geschreeuwd, maar lag nu doodstil in Kimmo's armen. Een zak ijs en een grote bebloede handdoek op z'n hoofd. Af en toe checkte we even: 'Lasse?'. 'Ja,' kwam er tot onze opluchting iedere keer terug.

In het "hospital" werden we ontvangen door een dokter (alhoewel het even duurde voordat ik door had dat dat de dokter was) en een stuk of 3 verpleegkundigen. De dokter keek, zei 'difficult', zuchtte eens diep en begon te verdoven en te hechten. Dat was pijnlijk en ging moeizaam. Lasse schakelde spontaan over op Engels: 'Stop! No more. I want to go home.' Niet goed voor een moederhart...(en een vaderhart ook niet trouwens). Anderhalf uur en in totaal 8 hechtingen later gingen we terug naar het resort.



De volgende ochtend zat ik met Lasse op het strand. Toen duidelijk was dat ze in Singapore op dit moment ook niks voor Lasse konden doen, hadden we besloten zo goed en zo kwaad als het ging, onze reis toch maar te vervolgen. Kimmo en de rest van de kids waren snorkelen. Er kwam een complete Maleisische familie het strand opgelopen, een stuk of 5 volwassenen en een stuk of 5 kinderen. Een eindje verder gingen ze zitten. Ik zat het op mijn gemak af te kijken, altijd interessant. Ook Lasse en ik waren interessant om bekeken te worden. Te meer omdat Lasse een grote tulband van verband om z'n hoofd had en een dik (ondertussen alweer donkerrood) gaasje op z'n lip. Toen kwam de oma (denk ik dan, ik heb het niet gecheckt) van het hele stel op me afgelopen. Ze was helemaal in het zwart gekleed in een nikab. Ik kon alleen haar ogen zien. Ze gaf me een handje nootjes en een meelevende blik. Toen liep ze weer terug naar haar familie.



Ik ben met mijn neus maar weer eens op de feiten geduwd, wat ben je als mens en als moeder kwetsbaar. Het deed me denken aan zo'n 13 jaar geleden. Ik was net bevallen van een zoon (Jari, in dit geval, maar 1, 2, 3 of 4 kinderen, het gevoel blijft hetzelfde) en lag alleen op een vreemde kamer klaarwakker in een ziekenhuisbed met een huilend babytje tegen me aan. Ik fluisterde wat lieve woordjes in een poging hem te troosten. Hij snikte gewoon door. Niks, wist ik, helemaal niks. Ik wist alleen dat ik ongelofelijk veel van hem hield en dat ik hem wilde beschermen. Een alles overheersend, overdonderend gevoel. Wat doet het pijn, als dat wat je natuurlijk allang weet, op zo'n confronterende manier aan een Maleisisch ziekenhuisbed tot je doordringt: het is niet gelukt, ik kon hem niet beschermen.

Helaas is het verhaal hiermee nog niet afgelopen. Volgende week vrijdag moeten we terug naar de plastisch chirurg (in Singapore). De eerste reactie van de chirurg toen hij Lasse zag, was 'I think I have to redo this.' De tweede vraag was: 'Who did this?' Na mijn antwoord, kwam er alleen een kort knikje. Logisch. We wachten nog maar even af, maar de hoop dat het met een sisser afloopt is niet meer zo groot. Het lijkt erop dat de lip niet recht aan elkaar zit.
Lasse heb ik nog maar even niks verteld...