Ik zag er een beetje tegenop. Veel mensen hier spreken namelijk van dat Chinese Engels en da's echt erg moeilijk te verstaan. Ik bereidde me vast een beetje voor op vijf keer hetzelfde vragen en dan alsnog te moeten concluderen 'ik zie het wel.' Ik had me mooi vergist. Het eerste probleem was namelijk de workshop vinden...
Onze workshop bleek namelijk in een twee verdiepingen hoog gebouw gevestigd te zijn, vol met allemaal workshops! Ik reed het terrein op. Er waren twee parallel lopende hoofdstraten met daar haaks opstaande verbindingsstraten. Daaraan lagen, met de voor- en achterkant open, de workshops, als een soort rijtjeshuizen. Na een tijdje (natuurlijk slalomde ik eerst door een verkeerd verbindingsstraatje. Er stond nogal wat in de weg; auto's, autobanden, autodeuren, bumpers, gereedschapskarretjes en oude Chineze mannen) kwam ik erachter dat iedere workshop een eigen nummer had. Die van ons had nummer 110. Dat hielp.
Eenmaal bij de workshop aangekomen, wordt onze Toyota Picnic vakkundig door de automonteur de workshop ingefrot. Het is er namelijk nogal vol. Op zo'n 60 vierkante meter staan om te beginnen al drie auto's met laadbak. Langs de muur staat een groot rek waar een hoop doosjes en potten netjes op gerangschikt zijn. Aan de andere kant van het vertrek staan in een hoek de dozen opgestapeld die niet meer op dit mooi geordende rek paste, ik schat zo'n 100! Daar tussendoor bevinden zich potjes en flessen (allemaal onder de smeer), liggen doeken en staan bussen met snoepjes. Ook aan deze kant van het vertrek staat een tafel met wat stoelen. De eens groene bekleding van de stoelen is gescheurd. Op de tafel staat een roze (!) telefoon en de pinautomaat. Verder een oude fax, wat restjes noodles die zojuist nog iemand weg heeft zitten werken en wat papieren. Aan een van de rugleuningen van de stoel hangt een plastic zakje met een groen kunststof touwtje en een rietje. Er zit bruine vloeistof in. Ik denk dat het koffie is. Aan het plafond hangen twee voorheen witte nu zwarte (vooruit dan, voorheen gebroken witte) ventilators. Onder een van de trucks ligt een man, niks mooi wagentje op wieletjes of de auto de lucht in. Gewoon op een gladde plaat op de grond.
Als ik de workshop kom binnenlopen, kijken drie oudere Chinese mannen mij vriendelijk aan. Ik glimlach een beetje verlegen en wil wat zeggen, maar ze roepen gauw een jongere meneer, die ook de automonteur blijkt te zijn. Gelukkig, toch nog iemand die Engels spreekt. De monteur vraagt of ik even wil blijven wachten terwijl hij kijkt of er iets bijzonders aan de auto moet gebeuren. Ik word uitgenodigd om aan de tafel te gaan zitten. Ik kies een verschoten oranje plastic stoeltje met een hoop zwarte vegen en ben blij dat ik vandaag een zwart jurkje heb aangedaan. De automonteur gaat aan de slag en ook de Chinese mannen staan op van hun pauze. Ze dragen te grote pakbroeken en een overhemd met korte mouwen. Het mooie is dat ze daaronder dan van die goedkope plastic slippers aan hebben. Wat ze daar doen wordt mij niet duidelijk. Ze sloffen wat rond en kletsen met de oudere Chinese mannen van de buurworkshops.
Ik zit mezelf daar ontzettend in de weg te zitten op dat oranje plastic stoeltje. Mijn bij het betreden van de workshop opgeplakte glimlach gaat niet meer van mijn gezicht af. Ik had eigenlijk mijn e-reader in m'n handtas gestopt om verder te ploeteren in Mrs. Dalloway van Virginia Woolf (voor mijn schrijfcursus), maar op een of andere manier klopt het niet om dat in deze omgeving tevoorschijn te halen. Ik besluit m'n notitieboekje en pen te pakken en wat aantekeningen te maken. Heb ik toch iets om me een beetje achter te verschuilen.
Na een tijdje krijg ik gezelschap van nog een andere vrouwelijke klant. Ze parkeert bedreven haar witte busje tussen de rotzooi (ik moet wel m'n handtas even aan de andere kant van de stoel zetten en voor de voorzichtigheid schuif ik ook maar een half metertje op). Ze heeft een knalroze shirt, een gouden broek en gouden slippers aan. 'Uncle!' komt ze de workshop binnen geschreeuwd (wat niet wil zeggen dat één van die mannen haar oom was, uncle roepen ze hier tegen alle zelfs onbekende oudere mannen. Onze kinderen noemen de begeleidster op de schoolbus ook auntie). Hierna volgt er een geanimeerd gesprek in het Chinees. Zo kan het ook.
Mijn auto en ik, wij pasten daar niet helemaal. Onze auto leek in een keer wel heel erg te glimmen, mijn haar werd met de minuut blonder en mijn benen met de minuut bloter. Ik geloof niet dat ze daar eerder een expat met eigen auto op bezoek hebben gehad. Maar ik heb wel een geservicete auto met twee nieuwe voorbanden, nieuwe remschijven en nieuwe transmission oil. Missie geslaagd!
Location:Singapore
.. wij doen hier 5 jaar met de banden....toch die hitte !
BeantwoordenVerwijderenWie die Chinese mannen zijn?
BeantwoordenVerwijderenDat zijn Ome Hansen!
Een glimmende auto, blond haar en blote benen, ja. Maar gelukkig ook dat onvervalst vrouwelijk voorwerp: de handtas, waaruit je op het juiste moment de juiste dingen tevoorschijn haalt.
BeantwoordenVerwijderenHet resultaat: opnieuw een prachtig stukje over jullie grote avontuur in Singapore!
Piet en Antoinette