maandag 16 november 2015

De echte schrijver

Ik heb mijn schrijfcursus weer opgepakt. Nu ben ik dus het deel wat ik al gedaan had zo'n beetje aan het ophalen. Even kijken waar het ook alweer allemaal over ging. Daarbij lees ik natuurlijk ook door mijn aantekeningen én de oefenopgaven. Eén van die opgaven ging over je interne criticus. Die interne criticus van mij heeft de irritante gewoonte altijd zeer luid en duidelijk aanwezig te zijn. Ik schreef pas op in mijn schrift: Ik ben zó streng voor mezelf dat ik mezelf zou haten als ik zo zou zijn voor anderen. Hier is dus werk aan de winkel. 

Terug naar de schrijfcursus. De opdracht was om te luisteren naar 'radio Gekkenwerk' (oftewel je interne criticus) en op te schrijven wat je dacht dat een echte schrijver was. Hier is wat ik zo'n twee jaar geleden opschreef:

Een echte schrijver is iemand die al veel ellende heeft meegemaakt. Bijvoorbeeld een kind verloren of een partner. Het is iemand die zijn hele leven al heeft willen schrijven. Het is zijn droom, zijn passie, het enige belangrijke in zijn leven. Het is iemand met een studie journalistiek of Nederlands, want zomaar zonder gedegen opleiding schrijver worden, dat kan natuurlijk niet. Schrijven is het enige belangrijke in het leven van de schrijver. Hij heeft geen gezin en hoeft niet allerlei dingen te regelen. Hij hoeft alleen voor zichzelf te zorgen. En te schrijven natuurlijk...
Een echte schrijver heeft een goed idee en schudt zo een heel boek uit zijn mouw. Hij begint te schrijven en dan ontstaat het verhaal vanzelf. Een echte schrijver weet ook zoveel van zijn onderwerp, dat hij nooit iets op hoeft te zoeken. Hij is zeer intelligent, want anders zou niemand ooit een boek van hem willen lezen. Door wat ie meegemaakt heeft, heeft ie echt iets slims te vertellen, geen open deuren. Die weet ie dan zo in zijn boek te verstoppen, dat het nog lastig is voor een leek als ik om het eruit te kunnen halen. Een echte schrijver legt een extra laag in zijn werk die ik niet eens kan begrijpen. Een echte schrijver gaat naar het boekenbal en zit bij De wereld draait door. Een echte schrijver is een beetje raar, bijzonder, heeft een tik. Een echte schrijver is een beetje eenzaam.

Tja, ik begrijp nu wel waarom het me toch niet lukte die cursus af te maken. En ik heb, nog nalachend om mezelf, buiten zittend op de schommelbank in het zonnetje, zojuist besloten om voortaan de volgende definitie van 'een echte schrijver' te hanteren: 

Een echte schrijver is iemand die schrijft.

Die interne criticus is nog niet van me af, ik maak al vorderingen!


vrijdag 13 november 2015

Net als in de film

Het leuke van in Amerika wonen is dat je regelmatig het gevoel hebt dat je in een film meespeelt. Het is tegenstrijdig, je kent de situatie ergens van, maar tegelijkertijd is het ook hartstikke nieuw. Een aantal voorbeelden...

Als ik 's morgens naar school loop, wordt er niet 'gewoon' good morning gezegd, maar roepen mensen elkaar in het voorbij gaan toe 'How are you?' In het begin kwam ik niet verder als een struikelende 'Hi' terug. Nu roep ik in één adem 'I'm good, how are you?' Alhoewel ik ook af en toe gewoon een vriendelijke 'Good morning' rondstrooi, net zo makkelijk. Vanmorgen bij de Crossfit stond ik toch weer even met mijn mond vol tanden. Er werd een enthousiast 'Hey Maja, what's up?' mijn kant opgeroepen. Wat ik daar nu weer op moet antwoorden....


De meeste auto's zijn hier best fors. Ze lijken vooral van grote neuzen te houden. Ik vind onze auto ook behoorlijk groot. We passen er met z'n zessen ruim in. Gelukkig zijn de wegen en de parkeerplaatsen hierop aangepast, dus meestal valt het niet zo op (alhoewel ik pas een Amerikaan tegenkwam die vond dat de wegen in Old Greenwich maar smal waren). Maar pas in de parkeergarage raakte ik toch nog aan het twijfelen. Bij een rij parkeerplaatsen hing een bordje 'only small cars'. Die van ons paste er makkelijk in. Hebben we tóch een kleine auto....of ik ben gewoon een heel goede parkeerder, dat kan natuurlijk ook.

En dan is er natuurlijk nog de geweldige Amerikaanse brievenbus. Ik dacht altijd dat de postbode het vlaggetje omhoog zette als hij er post in had gelegd. Na een week was ik er al achter dat dat in ieder geval niet het geval was. Wel post, geen vlaggetje omhoog. Ik haalde mijn schouders er maar een keer over op. Totdat ik mijn overbuurvrouw iets in de brievenbus zag leggen en zíj het vlaggetje omhoog zette. Even checken en ja hoor, als je iets (gefrankeerd) in de brievenbus legt en het vlaggetje omhoog zet, neemt de postbode je brief mee. Dat bespaart dus mooi een ritje naar het postkantoor. Behalve dan als je een kind hebt dat ook denkt dat er post voor jou gebracht is als het vlaggetje omhoog staat. Dan vind je 's middags thuis in de keuken gewoon een opengemaakte enveloppe met je eigen te versturen post erin.


Een ander typisch verschijnsel is sportkleding. Als ik 's morgens de kinderen naar school breng, hebben de meeste moeders sportkleding aan. Goh, dacht ik in eerste instantie, wat actief, die gaan allemaal sporten. Maar al gauw bleek dat als je 's middags op school komt om de kinderen weer op te halen, de meeste moeders nog steeds in sportkleding zijn. Kijk, dan wordt het verdacht. De meeste kinderen zijn trouwens ook in sportkleding, joggingbroeken, korte sportbroeken (zelfs als het vriest), trainingspakken, het kan allemaal. Overigens kun je hier ook gewoon in je pyama en op sloffen naar de Starbucks en zelfs naar de supermarkt. Altijd handig als je ontbijt bent vergeten te kopen.

Andere 'net als in de film'-momenten zijn natuurlijk de gele schoolbussen (compleet met uitklappend stopbord en toeterende chauffeur als je bijna vergeet te stoppen aan de andere kant van de weg), de kruisingen met stopborden (dit werkt als een tierelier, mooi allemaal om de beurt. Het is alleen hoogst irritant als er in geen velden of wegen iemand te bekennen is), de megaverpakkingen in de supermarkt (vooral bij Costco, geweldig is dat, hoef ik gewoon maar twee flessen appelsap te kopen in plaats van acht), eten in een diner (en dan terwijl je vol zit de helft van het eten mee naar huis nemen, zodat je de volgende dag niet hoeft te koken), 's morgens op school de Pledge of Allegiance (iedereen kan hem thuis zo opdreunen, maar nog gekker, pas begon Lasse met drie leeftijdsgenootjes toen ik hem ophaalde bij karate in een keer 'This land is your land' te zingen) en dan natuurlijk de school nurse (die als je klaagt over dat je kind geheel nutteloos een inenting moet, omdat de datum van een al gegeven inenting volgens het Amerikaanse systeem net een week te vroeg is, als overtuigend argument naar voren brengt: 'It's the law').


Ook leuk trouwens, bij de tandarts in de stoel kijken naar een Amerikaanse tv show waar een dame een winkel aanklaagt, omdat de winkel twee jurken niet op tijd kon leveren. Ze vroeg de winkel de dan maar door haar gekochte drie keer zo dure jurken te vergoeden, want ze moest toch iets meenemen op vakantie. En dat daar dan drie (!) rechters serieus een uitspraak over gaan doen. Gelukkig kon de tandarts er ook om lachen. 
En dan die stoere Amerikaanse taal. Pas zei ik tegen Maaren en z'n vriendje dat ik de Nerf gun heel cool vond. Dat kwam me op een vernietigende blik van Maaren te staan. 'Mam, dat zeg je zo niet, dan zeg je gewoon alleen SWAG.' 

De crossfit coach die een pet én een capuchon op heeft. De pick ups die rondrijden. De gesprekken van moeders die zich zorgen maken dat hun zevenjarig kind achterloopt bij math, omdat hij een dag geen zin heeft zijn huiswerk te maken. Het iedere dag weer in elkaar draaien van een complexe logistieke planning om je kinderen naar sport en playdates te krijgen. Dankbaar zijn voor het reservewiel achterop je Jeep als er iemand achterop knalt als je stil staat voor het stoplicht en jouw auto niks heeft, terwijl de auto van de achteroprijder total loss is. Dat je op een schooldag met je beste vriendin zomaar een dagje naar New York kunt. Dat een moeder tijdens een Thai cooking class vertelt dat ze vooral goed is in 'ordering in' en dat haar kinderen vragen of ze alsjeblieft een keer iets anders kunnen eten dan pizza...

Aan veel 'net als in de film' momenten ben ik inmiddels gewend, maar iedere dag komt er nog minstens eentje bij. Het blijft een interessant land, Amerika.

woensdag 7 oktober 2015

Sportief

Sport is belangrijk in Amerika. Dit land ademt sport. En niet alleen op de sportclub...



Het meest in het oog lopende is de kleding. Met sportkleding kun je hier echt overal komen. Nah, vooruit, niet in een heel sjiek restaurant en ook niet in een bar in New York. Maar wel in de supermarkt, bij de Starbucks om koffie te halen (dat kan trouwens ook in je pyama en op sloffen), als je je kinderen ophaalt van sportclubjes of playdates, als je gaat winkelen, op de koffieochtend van de klas, als je naar de tandarts of de kapper moet en als je gaat helpen met schoolreisje. 's Morgens op school zijn vooral veel sportleggings, strakke hemdjes met charmante trainingsjasjes en natuurlijk trimmers in felle kleuren te zien. In eerste instantie was ik zeer onder de indruk. Iedereen gaat hier 's ochtends eerst sporten, wauw, dacht ik. Tot ik 's middags bij het ophalen van de kinderen weer op school kwam en iedereen er nog hetzelfde bij liep...
Ook onze kinderen lopen het liefst de hele dag in een sport- of joggingbroek rond. Jari en Iven willen nog net in een spijkerbroek naar school (teveel Nederland meegekregen, denk ik), maar Maaren en Lasse vinden dat maar gedoe op niks. Een joggingbroek (in korte of lange versie) zit véél lekkerder!


Sport kijken is een nationale hobby. In ieder café of restaurant hangt wel een tv waar een sportkanaal aan staat. Moeders zitten met een klapstoeltje naast het veld om te kijken naar de training (!) van hun kroost. In het weekend rijdt het hele gezin van hot naar haar om alle wedstrijden van de kids bij te wonen. Met Thanksgiving eet iedereen kalkoen én kijken hele families samen naar American Football. De films op de Amerikaanse Netflix die gaan over een sportteam zijn op twee handen nog niet te tellen. 
Wij hebben ons ten doel gesteld tenminste één wedstrijd van de populairste Amerikaanse sporten live te gaan zien. Bij NBA Basketball (Brooklyn Nets) en Baseball (New York Yankees) zijn we al geweest, op het verlanglijstje staan nog American Football en Ice Hockey. Naar zo'n wedstrijd gaan is een belevenis op zich, ook al zou je niks om de sport geven. Amerikanen hebben gevoel voor drama, wat tijdens een sportwedstrijd een geweldige eigenschap is, wat een spektakel! (tijdens een luizenplaag op school is deze eigenschap iets minder, hoe maak je van een mug een olifant of van een luis een tijger). 

Zelf sporten is ook populair. Al doende kwamen we er wel achter dat dit een kwestie is van hollen of stilstaan. Onder leiding van professionele trainers en coaches wordt er bloedserieus gewerkt. Wil je met een team aan wedstrijden meedoen, dan moet je je eerst zien te kwalificeren. Hiervoor moet je meedoen aan try outs. Zo werd Jari vorig jaar na een dag of drie try outs geselecteerd voor het freshman (1e jaar highschool) voetbalteam van school. Wij helemaal blij en trots. Totdat bleek dat Jari dan vijf dagen per week 2 uur moest trainen. Dat was toch wel wat veel. Wat was hij blij dat het seizoen maar van september tot en met november liep. Ook Maaren liep tegen de grens aan van wat leuk was. Om met het boys gymnastics team wedstrijden te mogen turnen, moest hij tenminste drie, maar liefst vier keer per week drie uur lang trainen. En dan niet een beetje dollen, het begon altijd met een uur lang droge spierversterkende oefeningen, die mij na een kwartier lang kijken al de keel uithingen. Ongelofelijk dat hij dit een jaar lang heeft volgehouden. En toen hij dit seizoen dan eindelijk de wedstrijden mee mocht doen, hebben we op de valreep besloten toch maar afscheid te nemen. Hoe leuk hij turnen ook vond (en vindt), dit was toch iets te veel van het goede voor een blije spring-in-het-veld. Iven en Lasse hebben het beter voor elkaar. Iven voelt zich helemaal lekker met een keer per week basketbal training (vorig jaar van een boomlange ex-NBA speler met z'n sportbroek tot over z'n knieën en de veters los). Lasse verdient iedere week strepen en sterren bij de karate les in het dorp en speelt recreational soccer, gewoon voor de lol dus.

Maar het goede van de Amerikaanse sportcultuur nemen wij natuurlijk ook over. Het is hier heel gewoon om regelmatig van sport te wisselen. Niks jarenlang voetballen en verder niks. Je kunt hier gewoon ieder seizoen aan een andere sport beginnen. Of bijvoorbeeld in de lente en herfst voetballen en in de winter lekker binnnen basketballen of Lacrosse spelen ( ik vind het net zwerkbal met die netjes aan een stok, maar volgens de kinderen klopt daar niks van). Dus wisselen wij ook vrolijk van sport als dat beter uitkomt. En zijn we nu allemaal (!) aan het CrossFitten. En loop ik dus 's morgens in mijn strakke legging en knalroze sportschoenen naar school (nee, 's middags niet, een douche en gewone kleren is ook best fijn). En hebben we afgelopen vrijdag met z'n allen de documentaire gekeken van Rich Froning, die vier keer de CrossFit Games achter elkaar heeft gewonnen. En zou het dus niet meer dan logisch zijn dat we in juli live naar de CrossFit Games gaan kijken. Al was het alleen maar omdat ze in California zijn...



maandag 13 juli 2015

Kamperen op z'n Amerikaans

Wij hebben onze gezamenlijke vakantie er alweer opzitten! Wat was het heerlijk. We hebben twee en een halve week gekampeerd in houten hutjes op vijf verschillende campings. We kunnen ook weer wat Amerikaanse staten van onze lijst afstrepen, Massachusettes, Maine, New Hamshire en Vermont.

Ik was erg benieuwd hoe dat zou zijn, kamperen op een Amerikaanse camping. Vooral op de eerste camping bleek het Nederlandse beeld van kamperen inderdaad niet helemaal overeen te stemmen met de Amerikaanse variant. Megagrote superdeluxe campers ter grote van een touringcar bus. Met minstens drie van die uitschuifbare delen, waardoor je nét even iets meer ruimte krijgt. Ook gesignaleerd, een trailer (de Amerikaanse variant van de caravan) met een voordeur, achterdeur én een schuifdeur naar het balkon, met plaats voor een tafel en vier luxe stoelen. Waarbij je dan ook nog de televisie (in klein vakantieformaat, dat wil zeggen circa 42 inch, groter dan onze normale tv) zo kunt klappen dat je vanaf je balkonnetje tv kunt kijken. Ik had van de websites van de campings begrepen dat het een voordeel was als je 'pull through sites' had, daar maakten ze namelijk allemaal reclame mee. Nu snap ik waarom, met zo'n gevaarte is achteruit inparkeren in een campingplaatsje behoorlijk lastig (alhoewel Kimmo die pull through sites meer voor watjes vindt). 


Nu is het natuurlijk wel wat lastig als je met zo'n grote camper even boodschappen moet gaan doen (Alhoewel de parkeerplaatsen bij de Amerikaanse supermarkten hier uitermate geschikt voor zouden zijn, maar goed). Ook geen probleem, want dan hang je gewoon een leuk Jeepje achter je camper aan de trekhaak. Loopt zonder verder omkijken mee achter de camper, afkoppelen is een fluitje van een cent en je hebt toch een auto (vaak spiksplinternieuw in cabrio uitvoering) bij de hand. 


In ons hutje was geen douche of wc, dus wij moesten op en neer pendelen naar het toiletgebouw. Bij een snelle eerste inspectie bleek dat daar bij de dames maar drie wc's en drie douches waren. Meuterend kwam ik naar buiten. 'Ik ga morgenvroeg niet douchen, dat wordt uren in de rij staan!' 's Morgens was het hele toiletgebouw echter leeg. Die campers en trailers blijken dus allemaal gewoon aangesloten te zijn op een afvoer, dus kunnen ze onbeperkt van hun eigen ongetwijfeld ook superdeluxe badkamer gebruik maken. Tot grote tevredenheid van mij, want ik kon 's morgens toch lekker even in de douche.

Ook een BBQ behoort natuurlijk tot de Amerikaanse campinguitrusting. Bij de luxe huisjes hadden we een grote BBQ op gas, bij de basic hutjes een ijzeren aan een kant open 'kistje' met rooster op een paal. Wel een uitdaging om daar Paleo (onder andere geen brood) op te eten, maar op een Amerikaanse camping heel gewoon om ook 's morgens even je BBQ aan te maken om wat worstjes te roosteren. Wat dat betreft vielen we dus totaal niet uit de toom.
De Amerikaanse kampeerdeers die hun hele hebben en houden van thuis meenamen, waren trouwens ook uitstekend voorzien qua keuken. Hele keukententen (open tenten met gaas tegen de muggen), bbq's, kookstellen en megagrote koelboxen op wielen kwamen tevoorschijn. Ik heb zelfs een tent gezien met buiten een Amerikaanse koelkast/vriezer op een pallet. Het zal je niet verbazen dat het gehalte pick up trucks onder de Amerikaanse kampeerders behoorlijk hoog is.
Behalve een BBQ heeft iedere campingplaats ook een eigen fire pit. Bij sommige plaatsen zelfs een luxe fire pit met stenen muurtje ommetselt op een terras met tuinset, maar echt iedere plek heeft toch in ieder geval de basis versie....een metalen ring van circa 30 cm hoog, 40 cm doorsnee. Op een Amerikaanse camping stinkt dus alles naar rook. Ook als je je eigen fire pit niet aanmaakt. De rest van de camping doet dit namelijk wel. Zo om een uur of zes zeven 's avonds verzamelt iedereen zich rondom het gestookte fikkie in de fire pit. Wij vroegen ons af wat die mensen dan deden rondom hun vuurtje. Ik had (op weg naar het toiletgebouw) al een gezin gezien waarbij ik met wat moeite (het schemerde) kon onderscheiden dat ze een ijsje aan het eten waren, maar dat leek toch niet de meest logische activiteit rondom een kampvuurtje. Het antwoord kwam met hulp van de campingwinkel, de doos met honey graham crackers (kruising tussen een koekje en een kracker) en een helder moment van Maaren. 'Aan het begin van het schooljaar vertelde iedereen dat ze wel duizend Smores hadden gegeten, maar ik wist niet wat dat waren.' 


Smores zijn een soort hamburger van twee honey graham crackers, een geroosterde marshmallow en een stuk Hershey chocolade (het best te vergelijken met onze koetjesreep). In de campingwinkel en ook in de supermarkt staan deze ingrediënten samen met de lange houten prikkkers om de marshmallow aan te roosteren, handig bij elkaar in een rek. En ja, ook wij naderen de duizend Smores. Zeker omdat we het vakantiegevoel thuis nog even vasthouden en nu ook een heuse fire pit in onze tuin hebben! 

Maaren heeft zelfs een deel van zijn zakgeld besteed aan het onderstaande bord voor op zijn kamer...




vrijdag 8 mei 2015

Meisjesoom

Ik kan er niet langer omheen, het Nederlands van de kinderen boert met grote sprongen achteruit. In Singapore hadden we het geluk van een Nederlandse school en Nederlandse les op United World College. Alhoewel Jari daar anders over denkt, want die had er toen al een grote hekel aan. Na schooltijd nog twee keer in de week naar Nederlands, tja, niet je grootste hobby als je wereld toch voornamelijk Engels spreekt.

Maar nu is het hek van de dam. Zo langzamerhand sluipen te pas en te onpas steeds meer Engelse woorden en zinsconstructies ons Nederlands sprekende gezin binnen. Het begon met het omschakelen na school. Als ik Maaren en Lasse ophaalde van school en ze onderweg naar huis vertelden wat ze hadden meegemaakt die dag, waren hun zinnen doorspekt met Engels. Eenmaal thuis werd het beter. Ik kon me er wel wat bij voorstellen, ik heb zelf al af en toe moeite met het geschakel als ik maar even met iemand in het Engels heb staan kletsen. Ook sommige onderwerpen blijken zich moeilijk te lenen voor een puur Nederlands verhaal.  Minecraft en CrossFit (twee zeer populaire onderwerpen hier) hebben nu eenmaal een uitgebreid Engels vocabulair wat niet zo 1-2-3 in het Nederlands te vertalen is.

In een poging het Nederlands toch hoog in het vaandel te houden, begon ik te verbeteren. Bij Maaren's logopedie had ik eens geleerd om de foute zin te herhalen, maar dan goed. Dus als Maaren vertelt 'En toen loopten we weer terug naar de klas', herhaal ik braaf 'oh, liepen jullie toen weer terug naar de klas?' Dat is ondertussen echter onbegonnen werk, een papegaai is er niks bij. Ik kan het gewoon niet bijhouden met herhalen. Bovendien is het behoorlijk irritant als je iets aan je moeder probeert uit te leggen en dan zit ze je de hele tijd na te praten. Het heeft me al menig vernietigende blik opgeleverd. En om ze nou te ontmoedigen om iets te vertellen...dat is toch ook zonde.

Dus heb ik de Nederlandse les, die we hier volgen via internet, maar weer eens extra onder de aandacht gebracht. De les had het onderspit moeten delven voor het gewone huiswerk, sporten en buiten spelen. Nu zijn we er met frisse tegenzin weer aan begonnen, 's morgens vóór school, in de hoop dat dat beter werkt. Het idee is geweldig, de kinderen zitten via internet in een echte klas en worden ondersteund door een echte juf. Ze moeten iedere week een taak maken en inleveren. In de taken wordt ook de theorie behandeld en de juf geeft commentaar op het ingeleverde werk. Zover de theorie...in de praktijk komt het erop neer dat ze zo snel mogelijk de opdrachten proberen af te raffelen. Uitleg lezen, het gemaakte werk nog eens overkijken (lees eens wat er staat...moperen of mopperen) of extra uitleg van de juf lezen, is echt teveel gevraagd. Bovendien vliegen de taken ons om de oren, we lopen er iedere keer weer een stuk of drie achter. Die slaan we dan maar weer over. Ik weet in ieder geval zeker dat het goed is dat ik nooit juf ben geworden, niet mijn roeping.

Jari ziet het helemaal niet meer zitten, die weigert gewoon. Hij vindt de beste oplossing dat iedereen Engels gaat spreken. Zijn Nederlands is doorgaans best ok, behalve als het over CrossFit gaat natuurlijk. Ook de termen in science en wiskunde zijn voor hem onbekend in het Nederlands. Vandaag moest ik toch even lachen. We hadden het over het avondeten, macaroni met gerookte zalm. 'Kunnen we niet iets anders eten? Dat heeft een vieze kots-texture', was zijn commentaar. 

Iven maakt zijn Nederlands onder Academic Support, een vrij lesuur op school. Hij worstelt zich braaf door de taken heen, maar is totaal niet geïnteresseerd om er ook wat van te leren. Toen ik hem pas vroeg waarom hij een 4,6 op een toets had gescoord, haalde hij zijn schouders op. Iven houdt van het Amerikaans, hij vindt het veel stoerder dan Nederlands, hij gaat er zelfs stoerder van praten. Grappig om te zien.

Lasse worstelt met Nederlands. Hij leert lezen en schrijven in het Engels. En dan zijn al die ei, ie, oe, eu en een otjes en atjes au erg lastig. Als we samen Nederlands lezen, moet ik hem er steeds aan herinneren dat we Nederlands lezen en geen Engels. Geen 'diet' lezen dus, als er 'deed' staat. Als Lasse over zijn zelfgeknutselde aquarium van school vertelt, praten de vissen erin Engels. 'En mam, dit is een bone, je weet wel, van een dino'. Je moet oppassen dat je door wespen niet gestingt wordt en je moet je hand voor je mond houden als je moet sniezen.

Maaren maakt het ook af en toe bont. Spring heeft ook een downside, wist hij vandaag te vertellen. Soms kan hij niet meer op een woord komen. Zo vroeg hij pas 'Mam, hoe heet dat ook alweer, een meisjesoom?' Kijkend naar mijn verbaasde blik, verduidelijkte hij zich: 'Je weet wel, een oom, maar dan een meisje.' 'Oh, je bedoelt een tante!' 'Ja!' Tevreden huppelde hij weg. Weer wat geleerd!


dinsdag 7 april 2015

Beugelbekkie

Ik heb een beugel. En dus een beugelbekkie. Maar dan een echt Amerikaans, want ik heb een Invisalign. Geen metalen plaatjes en draadjes die aangedraaid moeten worden, maar een doorzichtig plastic gebitje. Eén voor de boventanden en één voor de ondertanden. Kreten als 'waar heb ik m'n tanden nou weer gelaten' of 'Even boven m'n tanden in doen' zijn inmiddels de gewoonste zaak van de wereld.

Behalve verschillen in mensen, verkeer, eten, scholen, winkelcentra (om maar wat te noemen) zijn er tussen Singapore en Amerika ook verschillen in tandartsen. In ieder geval tussen de mijne in Singapore en de mijne in Amerika. Om precies te zijn een verkeerd gevulde tand, een bijna door midden gebroken tand en een gaatje of vier. Wat baalde ik na de eerste controle hier. Maar een stuk of 20 X-rays verder was er geen speld meer tussen te krijgen, allemaal gaatjes tússen mijn tanden. Die had de tandarts in Singapore helaas over het hoofd gezien.

Na twee reparatie bezoekjes (ik was ondertussen al een oude bekende bij de tandarts, want ook de kinderen moesten ieder twee keer terug) kwam vervolgens de vraag: 'Heb je wel eens nagedacht over braces, om je tanden recht te zetten?' Ik schoot hartelijk in de lach. 'Nee hoor, dat hoeft niet, ik heb al dertig jaar scheve tanden, ik doe het er prima mee.' Tja, tot dan toe dan. Na een uitgebreide uitleg over de relatie tussen scheve tanden, moeilijk flossen en een kunstgebitje was ik over de streep.

Dus heb ik nu 26 gebitjes die ieder twee weken in moeten. Bij ieder nieuw gebitje worden mijn tanden iets rechter geduwd. Dat heb ik geweten. Vooral de eerste week. De tandarts had me al gewaarschuwd dat het heel normaal was als je een pijnstiller nodig had. Ik had dat voor Amerikaanse overgevoeligheid aangezien en dus niet echt serieus genomen. De eerste twee dagen was er 's morgens niets aan de hand, maar werd ik 's middags rond drie uur (als de kinderen uit school komen en de drukte begint) gek van de druk op mijn tanden en gezicht. Ik kon alleen maar denken uit, uit, uit, dat ding moet uit! De derde dag was ik toch zo snugger om een paracetamol te nemen, dat ging beter. Nu had ik alleen nog maar last van een open tong en sneeën aan de binnenkant van mijn wangen van de scherpe plastic randjes aan de gebitjes. Echt, je snapt niet hoe ze het verzinnen om plastic gebitjes voor in je mond te maken met scherpe randjes eraan. Of eigenlijk snap ik het wel, die dingen komen gewoon zo uit een malletje en ze vinden het te kostbaar om ze handmatig allemaal te moeten bijvijlen. Ik stond al met de nagelvijl in mijn handen en na wat googlen bleek inderdaad dat dit de meest beproefde methode was. Probleem opgelost.

Inmiddels ben ik aan mijn tweede gebitjes in de reeks van 26. Het gaat prima. Alhoewel de bovenstaande foto toch voornamelijk theoretisch is. Ik lispel nog een beetje (vooral met voorlezen en zingen) en lachen voelt een beetje raar, maar dat is dan ook alles. Het is wel heel handig als je steeds tussendoor zin hebt in iets lekkers. Je mag met die dingen in namelijk niet eten of drinken (behalve koud water). Ze moeten uit, gebitjes poetsen, eten en/of drinken, tanden poetsen, flossen, dingen weer in. Het gedoe, ik beperk me dus tot drie eet/drink momenten per dag (lang leve Paleo, zoete trek heb ik gelukkig niet meer). Mijn tanden blinken van al het gepoets en geflos.

Om het even kort samen te vatten:
Ik ga op het moment lispelend, poetsend, flossend, tanden zoekend en eens in de twee weken vijlend en pijnstillend door het leven, omdat ik eigenlijk geen rechte tanden hoef. Nou maar hopen dat de Amerikaanse tandarts het wel bij het rechte eind heeft...

dinsdag 24 maart 2015

Kwartjes

Het regent kwartjes de laatste 2 à 3 weken. Het neemt me volledig in beslag, het intrigeert me en het laat me verbaasd én blij achter. Ik schat dat ik minstens 100 keer 'ongelofelijk' heb verzucht boven mijn boek. Ik ben al aardig aan het inburgeren in Amerika, want er schoot zelfs even door mijn hoofd dat ik 'overwhelmed' ben. En ik ben pas bij hoofdstuk 4...

Het begon met af en toe een stuiver. Tijdens de 'Soulkids' opleiding in Singapore was daar het verhaal over de pauw. De boodschap voor mij was laat het mooiste van jezelf zien, zelfs en juist als je het moeilijk hebt. Toen we aan het einde van de opleiding voor onszelf een naam moesten verzinnen om je te herinneren aan je goede voornemens, koos ik 'Dancing Peacock'. Tijdens mijn schilderlessen schilderde ik een prachtige pauw. Toch blokkeerde het hele proces ergens. Maar waar?


Vervolgens viel er een dubbeltje toen ik me bij de verhuizing naar Amerika realiseerde dat ik echt een hekel heb aan al die borrels en koffieochtenden, omdat ik daar niet mezelf kan zijn. Ik gaf achtereenvolgens het gedwongen mensen ontmoeten, de Amerikaanse cultuur en 'ik pas daar gewoon niet tussen' de schuld.

Het eerste kwartje volgde toen ik de TED-talk van Brené Brown op internet tegenkwam. Het greep me aan, alhoewel ik nog niet precies kon duidden waarom en al helemaal niet wat dit eigenlijk precies betekent. Ik poste een link op facebook, met de boodschap 'Toen Jari vorige week, na les op school over verschillende godsdiensten, aan mij vroeg of ik eigenlijk in een God geloofde, antwoordde ik hem: 'Ik geloof in liefde en verbondenheid'. Maar dat is nog niet altijd zo eenvoudig. Na het zien van deze Ted-talk weet ik een beetje waarom...'

Daarna kwam ik op internet een online workshop over 'Wholehearted living' van Brené Brown in samenwerking met Oprah (ja ja, Amerikaanser kan niet) tegen. Dit was voor mij gemaakt! Het lezen van het boek 'The gift of imperfections' met iedere week een paar creatieve opdrachten om de net verworven kennis van je hoofd naar je hart te kunnen laten indalen. Het begon te druppelen.


Toen Kimmo thuis kwam met het boek 'Daring greatly' (geleend van een collega) was de kwartjesregen niet meer te stoppen. Waar Brené Brown in 'The gift of imperfections' kort en bondig schrijft, wijdt ze in Daring greatly meer uit over haar onderzoek naar kwetsbaarheid en schaamte. 

Mijn eerste insteek kwam zo'n beetje neer op het volgende:
Ok, dat zou ik wel willen leren, mezelf zijn, mezelf een beetje meer kwetsbaar op durven stellen. Maar schaamte...(diep nadenken, krakende hersens)....nee, daar heb ik geen last van.
Ik voelde al nattigheid toe ik een aantal bladzijdes verder de volgende zin las:
'If you're pretty sure that shame doesn't apply to you, keep reading; I'll clear that up in the next couple of pages.'

Nou, dat is gelukt. Toen ik op het punt aanbeland was van 'women and the shame web' hield ik mijn adem in. De volgende zin zorgde bij mij voor een heuse Singaporese stortbui aan kwartjes:
'Basically, we have to be willing to stay as small, sweet, and quiet as possible, and use our time and talent to look pretty. Our dreams, ambitions and gifts are unimportant.'

Dat ben ik, dacht ik alleen maar. Daarna dacht ik heel lang niks of een heleboel en dat dan allebei tegelijk. Hoe kan dat? Ik, die mezelf als geëmancipeerd beschouw, met een universitaire opleiding aan een technische universiteit, die als expat nieuwe avonturen aangaat, die emotioneel sterk is, die een huishouden met vier jongens draait, die de buitenlandse administratie doet en die niet te beroerd is zelf een hamer en een schroevendraaier ter hand te nemen. 

Ik ben gevangen in het web van de vrouwelijke schaamte. Wat heb ik er tegen gevochten en wat ben ik er daardoor nog meer in vast komen te zitten. Er is geen uitweg uit dit web, zolang je vatbaar blijft voor schaamte. Ben perfect, maar het moet wel vanzelf gaan. Zeg wat je op je lever hebt, maar zonder iemand te kwetsen. Ben betrokken en zorgzaam, maar niet te emotioneel. Ben jezelf, maar niet verlegen en onzeker.

En nu? Typisch geval van uithuilen en opnieuw beginnen. Nu ga ik het met vallen en opstaan over een nieuwe boeg gooien. Over de boeg van de kwetsbaarheid. Over de boeg van Daring Greatly.

It is not the critic who counts; not the man who points out how the strong man stumbles, or where the doer of deeds could have done them better.
The credits belong to the man who is actually in the arena, whose face is marred by dust and sweat and blood; who strives valiantly...
who at the best knows in the end the triumph of high achievement, and who at the worst, if he fails, at least fails while daring greatly
-Theodore Roosevelt


Wil je meer weten over Brené Brown?
Boek The gifts of imperfections (ook in het Nederlands) http://www.bol.com/nl/p/de-moed-van-imperfectie/9200000017733488/





zaterdag 21 februari 2015

CrossFit en een keukenprinses

Soms ben je zelf verbaasd waar je zo gaandeweg in bent gerold. Zo had ik nooit van mezelf verwacht dat ik me nog eens een echte keukenprinses zou voelen. Ik bak, kook, airfry en slowcook dat het een lieve lust is. Banana muffins, ontbijtkoekjes, wafels, eierpizza'tjes, kaneelbrood, stoofpotjes en roerbakgerechten in ontelbare variaties, ik draai er mijn hand niet voor om. En dat terwijl de hele familie zich druk maakte over mijn gebrek aan kookkunst, toen we Singapore en de goede zorgen van Jo Ann verlieten.

Toen we hier nog maar net waren, vroeg Jari voor zijn verjaardag dumb bells en een pull up bar. Ik moest eerst even opzoeken wat het was. Dumb bells zijn in zwaarte aanpasbare gewichten, die je in iedere hand één kunt oppakken. Aan een pull up bar kun je jezelf optrekken. Kortom, hij wilde spierballen kweken. Met behulp van de workout-video's van fitnessblender.com ging hij aan de slag. 'Doe je wel voorzichtig, je moet wel goed op je houding letten!', sprak ik hem voor de zekerheid toch maar even moederlijk toe. Maar al gauw voldeed een en ander niet meer. Er moest en zou een bar bell komen met olympische gewichten. Gelukkig werd er meteen een video van youtube onder mijn neus geduwd, zodat ik niet hoefde te vragen wat dat nou weer was. Ik zag in het zweet badende mannen die allerlei moeilijke krachtpatserige oefeningen uitvoerden. Het deed me meteen denken aan 'de sterkste man' wat we vroeger thuis wel eens keken (waarom keken we dat eigenlijk, vraag ik me nu af). Een bar bell bleek gewoon zo'n ijzeren stok met aan twee kanten van die grote zware schijven eraan te zijn. Snel klikte Jari verder naar Amazon.com, waar je die bar bells zonder verzendkosten (lang leve internet shoppen) kon bestellen. Er zat al van alles in het winkelmandje. 'Kijk, dit heb ik dan nodig, het kost usd 350 en ik betaal het van mijn zakgeld.' 
'OK', aarzelde ik. 'Is dat wel veilig voor groeiende lijven?'


De daarop volgende dagen, kreeg ik alle ins en outs van CrossFit voor mijn kiezen. Ik werd bedolven onder termen als WOD (work out of the day), the box (de fitnessruimte), thrusters, ring dips, overhead squats en push jerks. Ook verrichte Jari grondig onderzoek naar het opbouwen van spieren en hoe gewrichten werken. De biologie- en de gymleraar werden geraadpleegd. Conclusie: 'Ja hoor, mam, als je de oefeningen goed uitvoert en niet overbelast, is het helemaal veilig'. De bezorger van Amazon zeulde een week later het loeizware pakket de veranda op en om de houten vloer binnen te sparen, toverden Jari en ik de "man cave" (ook nieuw voor mij, maar in Amerika een begrip:  man cave or manspace, is a male sanctuary, such as a specially equipped garage, spare bedroom, media room,  den, or basement. It is a metaphor describing  a room inside the house where "guys can do as they please" without fear of upsetting any female sensibility about house decor or design) in de garage om tot een gym.


Regelmatig moest ik even komen kijken of de rug wel recht was. Maaren's gymnastics lessen werden vanuit CrossFit oogpunt kritisch onderuit gehaald en ik heb geïnteresseerd naar ontelbare winnaars op de CrossFit games (ja, er zijn ook wedstrijden van) gekeken. Ook werd mij duidelijk gemaakt dat CrossFit geweldig was, omdat je én sterk én lenig én behendig én atletisch én slim moet zijn om CrossFit goed te kunnen doen. Kimmo's hardlopen werd eens nader onder de loep genomen. 'Pap, daar wordt je helemaal niet fit van, da's alleen maar conditie. Je moet kort met hoge intensiteit trainen.'  Ik bleek toch niet zo'n goede hulp bij het beoordelen van de juiste vorm van de oefeningen te zijn. 'Je rug kromt toch op het laatst, is dat de bedoeling?' Dus leek het ons verstandig dat Jari onder begeleiding van een CrossFit coach ging trainen, zodat hij in ieder geval wist dat hij de oefeningen goed uitvoerde, voordat hij het gewicht verder opschroefde. Kimmo moest 'verplicht' mee, zodat er in huis toch iemand was die wist waar onze zoon nu eigenlijk precies mee bezig was.
En zo hebben we nu maar liefst twee CrossFitters in huis. Jari is zo'n vijf keer per week in the box te vinden. Ik vind het prachtig om te zien hoe Jari zich er helemaal in onderdompelt en verdiept.


Maar eerlijk, al die fysieke drukmakerij, da's niks voor mij. Doe mij maar yoga, lekker relaxed. Maar als je zo druk bent met workouts, is het natuurlijk wel belangrijk om je lijf van goede voeding te voorzien. En daar hadden Jari en ik nu in een keer een gemeenschappelijke interesse te pakken. Al gauw kwam Jari op de proppen met het Paleo principe van eten. Veel CrossFitters eten Paleo. Het idee is dat je gaat eten zoals onze voorvaders lang geleden aten. In eerste instantie schoot ik in de lach, maar toen ik mij er van lieverlee ook maar in verdiepte, raakte ik enthousiast. Wie wil er nu niet natuurlijk en vers, met veel groenten en fruit, zonder toegevoegde suikers en andere rotzooi eten, zonder calorieën te tellen? Bovendien wordt je op het Amerikaanse internet doodgegooid met paleo recepten en in de supermarkt wordt je bedolven onder de term 'organic'. Je moet nog zoeken naar een niet 'organic' appeltje. Nu is mijn kans, bedacht ik me. Alle ingrediënten binnen handbereik om onze eetgewoonten eens kritisch onder de loep te nemen: een prachtige keuken met twee mega ovens en twee vaatwassers, net zo makkelijk' organic' boodschappen doen als gewone boodschappen doen, recepten te over en duidelijke richtlijnen wat wel en liever niet te eten, tijd, én een fanatieke medestander. 


En zo ben ik de laatste tijd veel in de keuken te vinden. Langzaam, heel langzaam winnen Jari en ik in huize Zegers terrein met onze eetgewoonten. 'Mam, wanneer bak je weer nieuwe wafels?' (van appel, banaan, almond bloem en wat eieren). 'Mag ik nog zo'n banana muffin?' Vooral Maaren is enthousiast. 'Ik wil worteltjes mee naar school voor lunch'. Lasse zit er bij en kijkt bedenkelijk. 'Wil jij soms komkommer mee naar school?', vraag ik onder het motto "ijzer smeden als het heet is". Ja, dat wil hij wel. Als ik 's middags de lunchtasjes leeg maak, kom ik een onaangeroerd bakje komkommers tegen. Als ik Lasse ernaar vraag, krijg ik als antwoord: 'Ik neem ze wel mee, maar ik eet ze niet op.'

Ach ja, het zal nog wel even duren voordat ze vragen of ze ook Zoodles (spaghetti van courgette) mogen, maar het begin is gemaakt. En het goede nieuws is dat niemand zich meer zorgen maakt over mijn kookkunst. 'Mam, jij kunt eigenlijk best goed koken!'

zondag 1 februari 2015

Blizzard

Het was overal op het nieuws, hier in Amerika, maar ook in Nederland....New York ligt helemaal stil vanwege een waarschuwing voor een blizzard. Geheel tegen mijn gewoonte in was ik deze keer vanaf het eerste begin al op de hoogte. Sinds we een snow day (vrij van school) hadden toen het regende en Jari en ik voor niks om zes uur waren opgestaan, volg ik alle weerwaarschuwingen op de voet. En dat zijn er nogal wat in Amerika, waar iedereen zich toch vooral wil indekken tegen eventuele claims.




De 'wind chill advisory's' (doe een muts op en handschoenen aan want het waait buiten en dat is koud) en 'winter storm warnings' (het duurde even voor ik erachter was dat ze hiermee gewoon bedoelen dat het gaat sneeuwen) vliegen ons om de oren. Meer nog dan de sneeuw, alhoewel er nu toch al een tijdje een mooi pak sneeuw ligt. Tot grote vreugde van de kinderen. De eerste drie plastic sleeën zijn al gesneuveld.



Maar goed, toen kwam daar plotseling de blizzard warning om de hoek waaien. Een tripje naar mijn favoriete groothandel-achtige supermarkt haalde ik niet meer, want de governor van Connecticut wilde iedereen op tijd thuis hebben, dus besloten ze de scholen maar vast om 12.15 uur dicht te doen. De storm werd rond 22.00 uur verwacht, dus zelfs als we voetje voor voetje zouden gaan, was dat inderdaad ruim op tijd. Dan maar naar de Shoprite hier in de buurt. Ik besloot meteen om 8.30 uur door te rijden, na het afzetten van Maaren en Lasse op school. Ik had het allerlaatste vrije parkeerplaatsje op de toch niet heel kleine parkeerplaats. Mijn motto in dit soort gevallen: 'Ok, het is druk, dan pas ik er ook nog wel bij'. Ik viste onderweg naar de deur ergens een boodschappenkarretje uit de sneeuw en stapte opgewekt de supermarkt in. Daar schoot ik meteen in de lach. Wat een puinhoop. Druk was een understatement. Mensen en wagentjes laveerden kriskras door de winkel, overal in de weg staande vakkenvullers en dozen, twéé bazen achter de 'the supermarket in your neigbourhood' balie en natuurlijk mega lange rijen voor de ongeveer 25 open kassa's. Het water en brood waren toen al zo goed als uitverkocht. Iedereen wenste elkaar 'stay safe' toe. De toon was gezet.


Op weg terug naar huis stopte ik toch maar even bij de handyman in het dorp om wat zaklampen te halen (ook die waren uitverkocht bij de Shoprite). Alle kabels lopen hier boven de grond en zijn dus nogal gevoelig voor storingen. We ontvingen zelfs een mailtje van Connecticut Light & Power dat de kans groot was dat de stroom zou uitvallen tijdens de blizzard en dat dit, ondanks dat ze er natuurlijk alles aan deden en de manschappen hadden klaar staan, wel een paar dagen kon duren. Toch vervelend als je niks ziet in huis en een zaklampje leek me een wel heel gemakkelijke oplossing. Ook bij de handyman liep het echter ondertussen al storm. Daar stonden zo'n 15 mensen met een sneeuwschep voor de kassa. Oh ja, goed idee, dacht ik, en haalde bij thuiskomst meteen onze sneeuwschep uit de garage en plantte hem binnen bij de achterdeur.


Nu was ik na mijn eerste lacherige 'Ach ja, ik moet toch boodschappen doen'-houding overgeschakeld in survival-modus. Ik wilde toch ook niet die 'domme Nederlander' zijn die zich maar half had voorbereid. Wat kan ik nog meer doen. Geen stroom, geen verwarming. Ik vroeg Jari 's middags het nog resterende open haard hout uit de garage binnen te leggen, zette de auto helemaal aan het begin van de oprit met de ruitenwissers omhoog (tegen het vastvriezen) en de sneeuwborstel binnen naast de sneeuwschep, checkte of we nog lucifers hadden, zette twee emmers water klaar (de hoofdkraan kan bevriezen als er geen verwarming is, had ik ergens gelezen), duwde nog gauw een was in de wasmachine en droeg de kinderen op 's middags vast het Nederlands op de computer te doen. 's Avonds keken we gezellig met z'n allen een film. Maaren's turnen was afgelast, er was een travel ban ingesteld (niemand mocht na 21.00 uur de weg meer op) en er was al besloten dat de scholen de volgende dag ook dicht zouden zijn.


Kimmo, die in Ohio zat, stuurde een whats app om te vragen hoe het ervoor stond.
'Hoe gaat het daar?'
'Goed, zijn een film aan het kijken. Nog geen sneeuw of wind te zien...'
'Ook geen sneeuw????'
'Noppes!'
De kinderen vertrokken rond half tien vrolijk met hun zaklampje naar boven, zich verheugend op de meter sneeuw die 's nachts zou vallen. Kimmo weer op de whats app:
'En nu?? Ze geloven het hier niet na alle commotie..."
Ik stuurde een foto met een uitzicht zoals iedere avond: 'Bewijs, geen wind, geen sneeuw (uit de lucht dan)'.

Het enige waar ik 's nachts om vier uur wakker van werd, was het zwaailicht, gepiep en gebonk van de Amerikaanse Pick-up met sneeuwschuiver, die bij de overburen probeerde de 10 cm sneeuw van de oprit af te schrapen. Tja, je zal met je 4 wheel drive ook eens 3 meter door een laagje sneeuw moeten rijden...

's Morgens probeerde ik uit te vogelen of die blizzard eigenlijk wel ergens had huisgehouden. Het enige wat ik op internet bij het Amerikaanse nieuws kon vinden, waren verslaggevers die bij wat rond dwarrelende sneeuwvlokjes bij het licht van een lantaarnpaal zeiden dat de straten helemaal verlaten waren. Nogal wiedes als je iedereen verbiedt de straat op te gaan. De governor waarschuwde nog steeds voor van alles en nog wat, zij het dat de ergste 'rampen' zich nu verder naar het oosten zouden gaan voltrekken. Uiteindelijk bood de app van het RTL nieuws uitkomst. Een Nederlandse verslaggever in New York wist te melden dat er niks aan de hand was daar. Zijn verslag ging gepaard met foto's van een sneeuwbalgevecht op Times Square en een langlaufer door de verlaten straten.


Ik volg de warnings nog steeds op de voet. Als je gewoon buiten kijkt, kun je er namelijk geen peil op trekken of de scholen wel of niet open zijn (een geluk is dat dit per district gaat, de kids zijn dus óf allemaal vrij óf naar school, ondanks dat ze op drie verschillende scholen zitten). Sinds de blizzard waarschuwing hebben we nog een delayed opening van anderhalf uur en één van een uur gehad. Waarom? Geen flauw idee. Ook voor de komende week wordt er weer volop sneeuw verwacht. Ze kunnen de moeders beter waarschuwen voor delayed openings, early releases en snow days. Jari en ik hebben besloten om al die warnings met een zak zout te nemen. Strooizout dan maar...